Bouwbesluit Wet- en regelgeving

Bouwbesluit

In Nederland geldt voor alle gebouwen dat er moet worden voldaan aan het Bouwbesluit, met als doel om een basisniveau van kwaliteit te bepalen. Er worden eisen gesteld aan verschillende aspecten (waaronder veiligheid en energiezuinigheid), zo ook aan daglichttoetreding.

Onder afdeling 3.11. Daglicht van het Bouwbesluit wordt toegelicht welke eisen er worden gesteld aan de daglichttoetreding voor verschillende functies. Er wordt hierbij gerefereerd naar de equivalente daglichtoppervlakte (in m2) om uit te drukken in welke mate een ruimte of verblijfsgebied verlicht is. Er zijn twee belangrijke eisen die vervolgens gelden:

  • Artikel 3.75, lid 1. Het equivalente daglichtoppervlakte van een verblijfsgebied is minstens een percentage van het vloeroppervlakte (bijvoorbeeld 10% bij woningen).
  • Artikel 3.75, lid 2. Er is minstens een bepaald equivalent daglichtoppervlakte aanwezig in elke verblijfsruimte (bijvoorbeeld 0,5 m2 bij woningen).

Met deze twee eenvoudige eisen is in Nederland lange tijd de daglichttoetreding gewaarborgd. Je moet immers in elke verblijfsruimte een raamkozijn of dakraam hebben, behalve in het geval van functies waar daglicht minder belangrijk is, of zelfs als onwenselijk wordt beschouwd (denk aan winkels, sportzalen of industriehallen).

In het geval van een verbouwing wordt er niet verwacht dat er wordt voldaan aan het niveau van een nieuwbouwproject. In plaats daarvan is het ‘rechtens verkregen niveau’ de minimumeis. Als er dus tijdens de oplevering van het gebouw een andere eis gold, is dat de eis die van toepassing is. Bij bestaande bouw geldt alleen dat er een minimum equivalente daglichtoppervlakte aanwezig moet zijn per verblijfsruimte, en is er geen eis aan het verblijfsgebied.

Omdat de NEN 2057 en het equivalente daglichtoppervlakte stamt uit een tijd zonder geavanceerde simulatiesoftware en nauwkeurige 3D BIM modellen wordt de norm als verouderd gezien en is ze toe aan vervanging. Daarom wordt er in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) overgestapt naar een nieuwe bepalingsmethode voor daglichttoetreding: de NEN-EN 17037. Over de verschillen met de huidige NEN 2057, wat dit betekent voor de daglichttoetreding van toekomstige gebouwen en wanneer de nieuwe bepalingsmethode ingaat lees je hier.

———

Het equivalente daglichtoppervlakte

In Nederland wordt de ‘equivalente daglichtoppervlakte’ gebruikt, zoals bepaald in de NEN 2057. Eerst wordt er gemeten hoeveel transparant oppervlakte er in de gevel of het dak zit. Vervolgens wordt dit gecorrigeerd voor eventuele obstructies zoals een overstek, balkon of een haakse gevel. Hierdoor kan een raamkozijn een equivalente daglichtoppervlakte hebben wat een stuk kleiner is dan het werkelijke raamkozijn, bijvoorbeeld van Awerkelijk = 8 m2 naar Aeq = 2,5 m2. Vervolgens wordt dit oppervlakte gebruikt voor de bepaling van daglichttoetreding volgens Artikel 3.75 in het Bouwbesluit.