Daglicht vs. kunstlicht Inspiratie
Daglicht en kunstlicht
Daglicht is vrijwel altijd voorkeurslichtbron, maar helaas niet de hele dag in voldoende mate beschikbaar. Een aanvulling met kunstlicht is dan noodzakelijk. Maar hoe stemmen we die goed af?
Soms is aanvullend kunstlicht, zelfs bij de aanwezigheid van daglicht, nodig voor het maken van goede overgangen. Daglicht is krachtig en kan grote contrasten veroorzaken. Het menselijk oog heeft soms moeite deze verschillen snel te verwerken. Denk aan musea waar je van een met daglicht verlichtte entree een donkere zaal in loopt. In dit soort situaties is het vaak nodig de overgang geleidelijk te maken met behulp van kunstlicht.
Project: Nieuwe Entree van Gogh museum, Amsterdam
Maar welke lichtkleur passen we toe in relatie tot daglicht? Kunstlicht lijkt al gauw vaak ‘gelig’ op een zonnige dag, terwijl diezelfde lichtbronnen in de avond een stuk koeler overkomen. Het is dus lastig is statische keuze te maken die op alle momenten van de dag goed aansluit. De Kruithofcurve [Kruithofcurve – Wikipedia], die lichtniveau ’s koppelt aan lichtkleur, geeft hierbij een indicatie. Bij hoge lichtniveau ‘s (waar vaak daglicht onder valt), komt een koele lichtkleur, een hoge Kelvinwaarde, natuurlijk over. Andersom zijn lage niveaus gebaad bij een warme lichtkleur. Gelukkig zijn er ook lichtbronnen beschikbaar met een dynamische wittint. Hiermee is de lichtkleur aanpasbaar om altijd goed aan te kunnen sluiten.
Het hoge lichtniveau buiten zorgt er soms voor dat het lastig naar binnen kijken is in een gebouw. Spiegelend glas in de gevel maakt dit alleen nog maar erger. Het aanlichten van zichtbare vlakken binnen in het gebouw, kan de transparantie ervan verhogen. Denk aan het effect van de etalage van een winkel. In de avond is minder licht in het gebouw nodig om inkijk te geven; een overmaat zorgt er soms zelfs voor dat er van binnen naar buiten slecht zicht ontstaat.
Daglichtregelingen worden vaak toegepast om energie te besparen. Het is hierbij de kunst weinig afbreuk te doen aan het comfort voor de gebruiker. Dit kan bijvoorbeeld door een onderscheid te maken tussen horizontale lichtniveaus en verticale lichtniveaus. Ons blikveld is tegenwoordig immers meer en meer verticaal georiënteerd met beeldschermgebruik en overleggen. Door de horizontaal georiënteerde verlichting (op de vloer) te dimmen en de verticale licht (op wanden) op 100% te houden, blijft het overzichtelijk beeld behouden en kan er toch fors worden gespaard. Om in meerdere ruimten aan gevelzijde de verlichting gelijk te laten dimmen, werkt een centrale lichtmeter buiten op de gevel beter en rustiger dan in armaturen.
Daglichtdimming: Horizontaal licht losgekoppeld van verticaal licht
Tot slot is daglichtsimulatie mogelijk indien echt geen daglicht is de ruimte te krijgen is. Zo hebben de gebruikers toch nog een beetje het gevoel dat ze verbonden zijn met de buitenwereld.
Project: Fachhochschule Aargau (Windisch, CH) Lichtontwerp: Bartenbach (AUT)
Auteur: Mathijs Sommeijer