NEN-EN 17037 – Daglicht in gebouwen Wet- en regelgeving

NEN-EN 17037

Het huidige Bouwbesluit 2012 wordt vervangen met een vernieuwde wet ‘Besluit Bouwwerken en Leefomgeving’ (BBL) op 1 januari 2024. Kort na deze verandering wordt er ook afscheid genomen van de huidige methode voor daglichttoetreding, de NEN 2057, en gaan we in Nederland de NEN-EN 17037 gebruiken. Dit is dezelfde bepalingsmethode die ook wordt gebruikt in verschillende andere Europese landen en bijvoorbeeld voor BREEAM-certificeringen.

Het doel van de NEN-EN 17037 is om de daglichttoetreding beter te beoordelen, maar omvat ook eisen aan uitzicht, bezonning en verblinding. Er wordt in de NEN-EN 17037 afscheid genomen van het equivalente daglichtoppervlakte, en in plaats daar van wordt de daglichtfactor gebruikt. Vooralsnog worden er in de Nederlandse regelgeving alleen eisen gesteld aan de minimale streefdaglichtfactoren van verblijfsruimtes en worden er geen wettelijke eisen gesteld aan andere aspecten uit de NEN-EN 17037.

 

De daglichtfactor

In de NEN-EN 17037 wordt de daglichtfactor gebruikt als grootheid om de hoeveelheid natuurlijk licht te bepalen die een binnenruimte bereikt. Het wordt uitgedrukt als het percentage van het beschikbare buitenlicht dat een punt van de ruimte bereikt. Een voorbeeld: op een bewolkte dag wordt er buiten een verlichtingssterkte van 10000 lux gemeten. Als er op hetzelfde moment ook een lichtmeting binnen wordt gedaan, is daar een verlichtingssterkte van 300 lux gemeten. Dat betekent dat de daglichtfactor 3% is. Als er op een andere plek in de verblijfsruimte een andere waarde wordt gemeten, betekent het dat daar de daglichtfactor anders is.

 

Een groot verschil met de huidige NEN 2057 is dat er wordt gekeken naar de gesimuleerde verlichtingssterkte van de binnenruimte, en niet naar de tweedimensionale eigenschappen van de gevel zoals de NEN 2057 dat wel doet. Hierdoor wordt de positie van daglichtopeningen beter mee meegenomen, niet alleen de grootte, en ook dat de vorm van de verblijfsruimte de resultaten positief of negatief kan beïnvloeden. Dit samen zorgt ervoor dat de norm een beter idee geeft van de daglichtkwaliteit in een ruimte.

De daglichtfactoren worden berekend op een referentievlak op 85 cm hoogte. Vervolgens wordt voor verschillende punten op dit referentievlak de daglichtfactor berekend met simulatiesoftware zoals Radiance, DIALux of DIVA. Er wordt in de software een 3D model gebouwd van de verblijfsruimte en aan elk oppervlakte worden eigenschappen gehangen in overeenstemming met de NEN-EN 17037. Zo kan de daglichttoetreding worden beoordeeld alvorens de bouw begint.

Voorbeelden van hoe de NEN-EN 17037 correct wordt toegepast voor Nederlandse regelgeving staat beschreven in de NPR 4057, waarover je hier meer leest.