Parametrisch daglichtontwerp Inspiratie

Wat is parametrisch ontwerpen?

Parametrisch ontwerpen is in de laatste jaren een veelgebruikte ontwerpmethode om complexe vraagstukken op te lossen. Verschillende parameters die het gebouwontwerp dicteren worden ingevoerd in één model. Denk aan: glasoppervlak, materiaalgebruik of het aantal toiletten afhankelijk van de gebouwgrootte en looproutes. De mogelijkheden zijn oneindig. Met behulp van algoritmen kan het gebouwontwerp vervolgens geoptimaliseerd worden. Verschillende gebouwontwerpen kunnen snel en efficiënt met elkaar worden vergeleken.

 

Een integraal daglichtontwerp

Parametrisch ontwerpen biedt ook kansen voor de optimalisatie van daglichttoetreding in gebouwen. In de nieuwe omgevingswet is de eis voor daglichttoetreding slechts ééndimensionaal: de daglichtfactor. De kwaliteit van daglicht in gebouwen is echter veel meer dan alleen de daglichtfactor die de hoeveelheid daglicht – de helderheid van de ruimte – uitdrukt. Het houdt geen rekening met binnenvallend zonlicht, de lichtkleur, eventuele verblinding of het energie-efficiënt plaatsen van daglichtopeningen.

De volgende indicatoren zijn van belang bij parametrisch daglichtontwerp:

  • Visuele prestatie (daglichtfactor);
  • Visueel comfort (daglichtfactor, annual / daily sunlight exposure, daylight glare probability, view out);
  • Non-visuele effecten (melanopic daylight illuminance, equivalent melanopic lux, circadian stimulus);
  • Energiebesparing op kunstlicht ((spatial) daylight autonomy, useful daylight illuminance).

Er zijn tal van parameters die deze indicatoren bepalen. Zoals ruimteafmetingen, glasafmetingen, lichttransmissie van het glas, reflecties van het interieur, gebouworiëntatie, het wel of niet plaatsen van zon- of lichtwering, et cetera. Het variëren in parameters biedt een tool om een evenwicht te vinden tussen de esthetische, functionele en energie-gerelateerde aspecten daglichtontwerp.

De toegevoegde waarde van parametrisch daglichtontwerp

Parametrisch ontwerpen is met name interessant wanneer er tegenstrijdige belangen spelen in een gebouwontwerp. Zoals een zo laag mogelijk energieverbruik versus zo veel mogelijk daglicht. Of een zo hoog mogelijke daglichtautonomie versus verblinding. In het laatste geval zou bijvoorbeeld met verschillende soorten lamellen en standen van de lamellen gezocht kunnen worden naar het optimaliseren van de daglichttoetreding, terwijl verblinding voor de gebouwgebruikers wordt beperkt.

Door grenzen aan parameters te geven, kan een model een kader definiëren voor de architect of opdrachtgever waarbinnen verschillende technische aspecten haalbaar zijn.