NEN-instituut Partner kennis

Afspraken waar verschillende partijen het gezamenlijk over eens zijn, ofwel breed gedragen afspraken – óók over daglicht – maken internationale handel, innovatie, veiligheid, efficiëntie én duurzaamheid mogelijk. Deze gezaghebbende afspraken noemen we normen. NEN faciliteert de ontwikkeling en het actueel houden van deze normen voor heel Nederland.

Goede afspraken over producten, werkwijzen en diensten zijn belangrijk. Is veiligheid in het geding dan zijn ze zelfs van levensbelang. Denk maar eens aan veiligheid van speelgoed, brandveiligheid, duurzame energie of cyber security. Hetzelfde geldt voor gezondheid en welzijn. Met normen over bepalingsmethoden kunnen we verschillende daglichtsituaties goed met elkaar vergelijken.

Bij NEN, de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut, beheren we ruim 34.000 normen. Dit zijn de in Nederland aanvaarde internationale (ISO, IEC), Europese (EN) en nationale normen (NEN). Deze zijn allemaal verkrijgbaar bij NEN, al dan niet als losse norm of in abonnementsvorm via NEN Connect.

NEN bestaat uit zo’n 300 medewerkers van het NEN bureau in Delft, maar ook uit ruim 3000 experts. Deze experts vertegenwoordigen de belanghebbende partijen in normcommissie. Dat is één van de manieren om te zorgen dat de normen ook echt breed gedragen worden. Denkt u dat u wellicht ook belang heeft bij één van de normen, neem dan contact op via nen.nl. Misschien kunt u straks ook zeggen ‘Ik ben NEN’.

Wat doet NEN

Bij NEN verbinden we partijen en belanghebbenden en zorgen we ervoor dat zij komen tot afspraken die worden vastgelegd in normen en richtlijnen. Dit doen ze in nationale en/of internationale normcommissies. Zo hebben we de Nederlandse normcommissie Verlichting, die meedraait in de internationale normcommissies light and lighting. Daarnaast ondersteunen we ook de toepassing en het gebruik van normen in de praktijk door middel van trainingen en bijvoorbeeld praktijkgidsen.

We ondersteunen ook de toepassing en het gebruik van normen in de praktijk door middel van trainingen en bijvoorbeeld praktijkgidsen. NEN faciliteert ook de ontwikkeling en het beheer van certificatieschema’s. NEN certificeert zelf niet, maar fungeert als onafhankelijk platform om certificatieschema’s op te zetten en te beheren.’

Specialisme(s)

De normen op het gebied van daglicht worden beheerd in een speciale werkgroep Daglichtopeningen. Deze werkgroep valt onder het beheer van de normcommissie Verlichting, die naar het grotere plaatje kijkt. Dutch Daylight is lid van de werkgroep Daglichtopeningen.

NEN 2057Daglichtopeningen van gebouwen is een belangrijke norm, deze norm is in het Bouwbesluit 2012 aangewezen. In NEN 2057 staat hoe de daglichtoppervlakte te bepalen. In het Bouwbesluit staan de eisen, wat minimaal aan daglichtoppervlakte nodig is.

NEN-EN 17037Daglicht in gebouwen gaat een belangrijke norm worden, dit is de beoogede opvolger van NEN 2057 is. In deze norm staat hoe daglichtfactoren in een ruimte zijn uit te rekenen. Waarschijnlijk gaat de opvolger van het Bouwbesluit hier eisen aan stellen, afgestemd op deze norm. Daarnaast kan deze norm worden gebruikt voor bepaling van het uitzicht, de zontoetreding, bezonning op de gevel en het visuele comfort in een ruimte.

NPR 4057 Daglicht in gebouwen – Toelichting op NEN-EN 17037, geeft naast toelichting op NEN-EN 17037 extra informatie, speciaal voor Nederland.

Visie op daglicht

De normwerkgroep Daglichtopeningen ziet het als haar taak om de toetreding van voldoende daglicht in Nederlandse gebouwen te bevorderen. Daglicht blijkt voor de gezondheid en het welbevinden van mensen (en dieren) van groot belang. Bovendien kun je door optimale aansluiting tussen daglicht en kunstlicht de duurzaamheid bevorderen en energie besparen.

Met het ontwikkelen en uitgeven van normen en praktijkrichtlijnen wil men bewustzijn kweken betreffende de verschillende aspecten van daglicht. Het moet duidelijk worden hoe je op een eenvoudige manier meer/beter daglicht kunt toepassen in gebouwen. Hiervoor hoeft niet altijd gerekend te worden, dit kan ook met een visuele methode.

Eenduidigheid is hierbij een belangrijk concept. Op deze manier heeft de claim ‘deze ruimte heeft een goede daglicht/uitzicht/bezonning/visueel comfort’ tenminste enige waarde. Iedereen kan zoiets zeggen op basis van de eigen ervaring, maar wie het kan staven met een berekening, heeft volgens de normwerkgroep ‘het licht gezien’.